Over mijn werk
Het materiaal waar ik mee werk is voornamelijk steen, hout en metaal. Maar elk ander materiaal zou door mij ook gebruikt kunnen worden. Steen koop ik op diverse plaatsen in, of wordt op vakanties door mij of door bekenden gevonden en meegebracht. Ik werk voornamelijk met zachtere steensoorten zoals speksteen, albast, seleniet en serpentijn. Mijn streven is een voorraad van zo’n 20 bewerkbare stenen te hebben. Hout vind ik na een storm of na snoeiwerk. En wat voor een ander geen bruikbaar hout meer is, kan voor mij waardevol materiaal zijn. Afgedankte meubels kunnen op mijn belangstelling rekenen. Voor metaal geldt ook dat afval aan mij goed besteed is. Als het gebruikt en geroest is, vind ik het prachtig.
De basis voor de meeste werkstukken is beeldhouwwerk in steen of hout. Beeldhouwen, waarbij je alleen maar materiaal weghaalt in plaats van toevoegt, vraagt een speciale benadering. Hout kan al een hele geschiedenis hebben, maar bij steen praat je over miljarden jaren. Je dat realiseren terwijl je bezig bent, zorgt voor een gevoel van respect en nietigheid in de tijd. Het had altijd al moeten gebeuren, maar nu is het erg actueel om zuinig met onze planeet om te gaan. Mijn steen- en houtresten (gruis en snippers) bewaar ik om later te verwerken in andere werkstukken. Het is voor mij uitdagend om vormen die zijn ontstaan tijdens het beeldhouwen opnieuw te gebruiken in objecten of schilderijen.
De inspiratiebron voor veel van mijn werk is het gebruikte materiaal zelf. Uitgaande van o.a. vorm, hardheid, structuur en kleur ga ik intuïtief werken naar een resultaat. Ik laat het uit mezelf komen. Wat niet wil zeggen dat het allemaal vanzelf gaat. Soms maak ik wel eerst een schets op papier of op de steen. En vooraf een model in klei maken, behoort ook tot de mogelijkheden. Hoe de aanpak ook is, het is altijd een zoektocht naar vorm, spanning, evenwicht, contrast, textuur, eenvoud en uniciteit. Het eindresultaat wordt de ene keer op een simpele sokkel geplaatst, de andere keer wordt het begrip sokkel door mij flink opgerekt. Het beeld kan ook onderdeel worden van een ruimtelijk object.
Een aantal punten die kenmerkend zijn voor mijn werk(wijze), som ik kort en in een willekeurige volgorde op. Heel bewust maak ik bij geen enkel eindresultaat een titel openbaar. Het verwerken van materiaalresten in een ander werkstuk. Werk staat bijna nooit op de veel gebruikte glimmende zwarte sokkel. Ik werk dikwijls met gevonden en gekregen materialen en ga ook daar zuinig mee om. Enkele werkstukken mogen op een expositie aangeraakt worden en de eigenaar van een werk van mij kan soms nog een beperkte wijziging (qua plaatsing) aanbrengen, omdat het beeld los op zijn sokkel/ondergrond staat of ligt.
Titels ontbreken bij het werk dat ik gemaakt heb. Met een titel wordt iets verklaard of toegelicht. Het brein van de toeschouwer wordt zo niet optimaal geactiveerd. Het gevaar is dat alleen maar ‘gecontroleerd’ wordt of de titel ‘past’. Daarna op naar het volgende beeld of schilderij.
Vooral bij abstract werk en in mindere mate bij figuratief werk, ziet niet iedereen er hetzelfde in. Dat heeft diverse oorzaken. Niet ieders rugzak is met dezelfde ervaringen gevuld, niet iedereen ziet evenveel, we kijken niet allemaal hetzelfde en de hoeveelheid fantasie en inlevingsvermogen varieert.
Bij elk werk ga ik na waarom ik bepaalde keuzes gemaakt heb. Waarom het geworden is, wat het is geworden. Wat zit er van mezelf in? Dat kan voor mij heel verhelderend, maar ook confronterend uitpakken. Zo wordt de relatie tussen maker en werkstuk duidelijk. Hier vloeit dan meestal wel een titel uit voort, maar die maak ik dus niet openbaar.
Ik vraag mensen die mijn werk bekijken ook eens te proberen om een relatie tussen hen en een werk van mij te ontdekken. Ik wil ze graag actief maken en stel de vraag:“Kijk eens of je iets herkenbaars kunt ontdekken, dat een raakvlak heeft met wat je ooit gezien of meegemaakt hebt, met jouw karakter, met wat je bezighoudt of hoe dan ook een connectie heeft met jou”. Is er op een of andere manier een associatie te maken met wat je ziet?
Dan zou er, net als bij mij, best een titel kunnen ontstaan. En dat is niet zomaar iets. Waarom niet? Wie of wat heb je ooit een naam gegeven of denk je nog een naam te gaan geven? Gebeurt dat niet alleen als iemand of iets heel dicht bij je staat en heel waardevol voor je is?
Interesse om eens van gedachten te wisselen?
Neem gerust contact met me op.